Het bestuursrecht omvat de regels waaraan de overheid is gebonden bij het nemen van besluiten. U kunt hierbij denken aan het verlenen van een omgevingsvergunning of subsidie. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn er bepalingen opgenomen over onder meer de voorbereiding en bekendmaking van besluiten. Tevens zijn de regels met betrekking tot de bezwaarprocedure en beroepsprocedure vastgelegd in de Awb. Het bestuursrecht valt onder het publiekrecht omdat het de relatie regelt tussen burgers en de overheid.
Een besluit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Als u het niet eens bent met de beslissing kunt u als belanghebbende in bezwaar gaan tegen een besluit. Er geldt een bezwaartermijn van zes weken. Dit betekent dat het bezwaarschrift binnen zes weken moet worden ingediend. Het bestuursorgaan dat het oorspronkelijke besluit heeft genomen wordt, neemt een beslissing op het bezwaar.
Vervolgens kan uw bezwaar ongegrond worden verklaard, dit betekent dat het bestuursorgaan bij dezelfde beslissing blijft. Als u het hiermee niet eens bent, kunt u tegen de beslissing op bezwaar in beroep gaan bij de rechtbank. Mocht dit niet het gewenste resultaat opleveren, dan kunt in hoger beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Het strafrecht omvat de rechtsregels die bepalen wat strafbaar is, welke straffen op de overtreding van die bepaling staan en welke procedures daarbij horen. Het strafrecht maakt deel uit van het publiekrecht, dat de verhouding tussen burgers en de overheid regelt.
Het Wetboek van Strafrecht (Sr) draait om strafbare feiten. Er is sprake van een strafbaar feit mits een burger zich niet aan de regels van het strafrecht houdt. Dit wordt ook wel een delict genoemd.
Omtrent strafbare feiten wordt er onderscheid gemaakt tussen misdrijven en overtredingen. Misdrijven zijn ernstige delicten die zwaarder gestraft kunnen worden. Hierbij kunt u denken aan mishandeling of moord. Op misdrijven kan bovendien altijd een gevangenisstraf opgelegd worden. Overtredingen zijn lichte delicten met een lagere strafbedreiging namelijk het betalen van een geldboete of hechtenis. Hierbij kunt u denken aan lichte verkeersovertredingen of openbaar dronkenschap. Daarnaast is de poging tot het plegen van een misdrijf eveneens strafbaar.
In het Wetboek van Strafvordering (Sv) wordt er omschreven op welke wijze een verdachte opgespoord en vervolgd mag worden.
Er zijn regels vastgelegd wie over welke bevoegdheden, rechten en/of plichten beschikken in verschillende fases van een strafrechtelijke procedure. Tijdens een strafproces kan een verdachte te maken hebben met verschillende instanties namelijk de rechtbank, het gerechtshof en/of met de Hoge Raad. Deze instanties houden zich bezig met strafrechtelijke procedures.
Het verzekeringsrecht omvat de rechtsregels die betrekking hebben op de verzekeraar en de verzekeringnemer en/of de verzekerde. De rechtsregels over bijvoorbeeld de wettelijke bepalingen en polisvoorwaarden zijn opgenomen in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. In het Burgerlijk Wetboek wordt de definitie van de verzekeringsovereenkomst gegeven.
De verzekeringsovereenkomst is een overeenkomst tussen de verzekeraar (verzekeringsmaatschappij) en de verzekeringnemer (particulier of bedrijf). Een verzekering biedt bescherming tegen financiële gevolgen van bepaalde risico’s. Hierbij kunt u denken aan een risico zoals brand of diefstal. De verzekeringnemer betaalt een premie aan de verzekeraar en verzekeraar neemt dit risico over. In het geval van schade wordt er een bepaald bedrag uitgekeerd. U kunt hierbij denken aan een inboedelverzekering of een autoverzekering.
Deze verzekeringsovereenkomst is schriftelijk of digitaal vastgelegd in een polis, dit is een akte die wordt afgegeven door de verzekeraar. Op het polisblad staat vermeldt wie de partijen zijn, wat de hoogte is van de premie, tegen welke risico’s de verzekeringnemer is verzekerd en op welke datum de verzekering ingaat. Daarnaast staan daarin ook welke bedingen er van toepassing zijn, dit kunnen algemene en bijzondere bedingen zijn.
Vreemdelingenrecht is het rechtsgebied dat betrekking heeft op de toelating, verblijf en uitzetting van personen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, oftewel vreemdelingen. Het vreemdelingenrecht maakt onderdeel uit van het bestuursrecht. Hierbij staat de rechtsverhouding tussen de overheid en vreemdelingen centraal. Het vreemdelingenrecht is voorts onder te verdelen in het asielrecht en het reguliere vreemdelingenrecht. Dit houdt in dat er in het kader van het vreemdelingenrecht twee hoofdprocedures bestaan: de reguliere procedure en de asielprocedure.
Niet-Nederlanders komen naar Nederland met een bepaalde reden. Dit wordt ook wel een verblijfsdoel genoemd. Denk hierbij aan een verblijf wegens een medische behandeling, studie, seizoenarbeid (tijdelijk) of een verblijf wegens arbeid in loondienst, verblijf bij een familie- en gezinslid of als adoptiekind (niet-tijdelijk).
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is de overheidsinstantie die beslissingen neemt over het verblijf van vreemdelingen. Indien u in aanmerking wilt komen voor een verblijfsvergunning (lang verblijf) of een visum (kort verblijf) kunt u een aanvraag hiervoor indienen bij de IND. Hier zijn echter wel voorwaarden aan gebonden.
In sommige gevallen geldt de voorwaarde dat u bij aanvraag van een verblijfsvergunning beschikt over een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV). Een MVV is een inreisvisum om naar Nederland te kunnen reizen. Een MVV kunt u verkrijgen bij de Nederlandse ambassade van het land waar u bent gevestigd.
Of u bij aanvraag van een verblijfsvergunning moet beschikken over een MVV hangt af van uw nationaliteit. U heeft geen mvv nodig als u de nationaliteit heeft van één van de volgende landen: Australië, Canada, Japan, Monaco, Nieuw-Zeeland, Vaticaanstad, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Zuid-Korea, Zwitserland of een land dat behoort tot de Europese Unie (EU) of de Europese Economische Ruimt (EER). Daarnaast bestaat er in sommige gevallen de mogelijkheid om vrijgesteld te worden van de mvv-vereiste. Per geval toets de IND of u aanspraak maakt op een vrijstelling van de mvv-vereiste.